Sabine de Bethune is CD&V senatrice sinds 1995 en sinds oktober 2011 is ze voorzitster van de senaat.
Zij geldt als de genderspecialiste binnen de CD&V. Zij heeft niet alleen voor de Belgische regering, maak ook voor de Europese Commissie in expertgroepen gezeteld.
Zij diende in de Senaat het wetsvoorstel in dat de quota invoerde voor het aantal vrouwen in de raden van bestuur, haar collega’s Leen Dierick en Sonja Becq namen het voorstel over in de Kamer. Op 30 juni 2011 werd de wet in de Senaat met een meerderheid van socialisten, christendemocraten en groenen finaal goedgekeurd.
Annemie Simkens had hierover een interview met haar en verwerkte dit naar dit artikel.
1 Wat zegt de wet
Sabine de Bethune lag aan de basis van de wet van 28 juli 2011 (SB14/09/11) die overheidsbedrijven en beursgenoteerde ondernemingen verplicht om één derde van de zetels in hun raden van bestuur te reserveren voor vrouwen. Bedrijven hebben 6 jaar de tijd om zich in regel te stellen, overheidsbedrijven hebben een voorbeeldfunctie en moeten het quotum meteen invoeren. Als bedrijven na de overgangsperiode niet in regel zijn, mogen ze geen vergoeding uitbetalen aan hun bestuursleden.
Voor niet-beursgenoteerde bedrijven geldt de regel niet. De wet focust in eerste instantie op de besluitvorming van bedrijven en organisaties met de grootste maatschappelijke impact.
2 Waarom wettelijk opgelegde quota nodig zijn
In België is ongeveer 11% van de leden van de raden van bestuur van bedrijven een vrouw. Vrouwen zijn dus duidelijk ondervertegenwoordigd. En dat het beter kan, zien we in een vergelijking met andere landen in Europa. Zelfregulering werkt niet, zonder dwingende maatregelen zullen we nog 65 jaar moeten wachten voor er mogelijk gelijkheid is.
Quota hadden een zeer gunstig effect in Noorwegen. In 2003 toen de wet in voege kwam waren 7% vrouwen vertegenwoordigd in raden van bestuur in 2010 was dit gegroeid naar 44,4 %. Belangrijk hierbij was dat er een wettelijke norm was (40%), dat bedrijven voldoende tijd kregen (5 jaar) om het quotum te halen en dat er een duidelijke sanctie was: geschrapt te worden van de beurs. Noorwegen was hiermee het eerste land in Europa met een wettelijk kader en was richtinggevend voor de wetgeving in België.
De quotumregelingen die in de Belgische kieswet zijn opgenomen sinds 1994, hebben duidelijk bijgedragen tot een betere deelname van vrouwen aan de politieke besluitvorming. In 2009 telt het Belgisch parlement 36% vrouwen (80 op 221) tegenover slechts 16% vrouwen (35 op 221) in 1994. Onze wetgeving wordt internationaal als voorbeeld aangehaald en volgens cijfers van de interparlementaire unie staan we momenteel op de 14e plaats in de wereldranglijst.
Het succes van de quotumregeling voor politieke besluitvorming heeft het pad geëffend voor een wettelijke regeling voor de quota in de bestuursorganen van het bedrijfsleven.
3 Gender quota en Corporate Governance
Sinds het KB van 6 juni 2010 moeten beursgenoteerde bedrijven in hun jaarverslag aantonen dat ze de Belgische Corporate Governance Code 2009 toepassen. Volgens deze code moet de raad van bestuur samengesteld zijn op basis van genderdiversiteit en diversiteit in het algemeen, alsook complementariteit voor bekwaamheden, ervaring en kennis.
Door het principe ‘pas toe of verklaar’ kunnen bedrijven in hun jaarverslag onderbouwde redenen aangeven dat ze bepaalde delen van de Code 2009 niet toepassen. Dit principe was vooral bedoeld voor startende bedrijven, maar wordt in de praktijk ook door de grote bedrijven aangewend. Door de wet van 29 juli 2011 wordt het quotum nu wettelijk opgelegd en is de ontsnappingsroute weggewerkt.
4 Pariteit in besluitvorming, een basisprincipe voor democratie en een garantie voor betere besluitvorming
Wettelijke opgelegde quota zullen altijd controversieel blijven maar vanuit een democratische invalshoek kan er weinig tegen ingebracht worden. Daarnaast leren de ervaringen van landen en instellingen waar ze toegepast worden dat ze een gunstig effect hebben op een duurzame economische ontwikkeling. Laten we deze thema’s kort verkennen:
Gelijkheidsbeginsel
In onze grondwet staat dat “alle Belgen gelijk zijn voor de wet”. Het gelijkheidsbeginsel is immers ‘het’ fundament voor een democratie. Waarom zouden vrouwen dan niet gelijk aanwezig zijn aan de top?. De discussie is al lang niet meer ‘of’ vrouwen moeten doorstromen maar ‘hoe?’.
Corporatistisch syndicaal kunnen we ook stellen dat vrouwen ook meer aandacht zullen hebben voor de typisch vrouwelijke belangen.
Ruimer spectrum van talenten
Vrouwen zijn vandaag hoog opgeleid, ongeveer 25% meer vrouwen dan mannen doorlopen hoger onderwijs met goed resultaat. Dit talent moet ten volle benut worden, bovendien moeten ook de typisch vrouwelijke talenten aangewend worden. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat vrouwelijke denkers een meer holistische visie hebben (Prof. Van den Broek).
Betere besluitvorming
Diversiteit in besluitvorming is niet alleen een belangrijke waarde op zich maar beïnvloedt ook de kwaliteit van de besluitvorming. Er is een begin van wettenschappelijk bewijs dat meer vrouwen in besluitvormingsorganen van bedrijven een hefboom kunnen zijn voor betere bedrijfsresultaten. Mc Kinsey toont aan dat bedrijven met meer vrouwen in bestuursfuncties beter scoren op waarden als leiderschap, doelgerichtheid, verantwoordelijkheidszin, innovatie, externe oriëntatie en motivatie. Goldman Sachs toont aan dat meer vrouwen aan de top betere financiële prestaties oplevert.
5 Naast opgelegde quota ook nood aan ondersteunende maatregelen
Dat vrouwen ondanks hun competentie niet doorstromen naar de top wijst op maatschappelijke mechanismen die belemmerend werken. Zo is er het mechanisme van ‘ons kent ons’ maar ‘ons kent haar niet’. Vrouwen hebben het nog steeds moeilijk om binnen te dringen in de mannelijke netwerken, netwerken die cruciaal zijn voor selecties aan de top. Bovendien speelt dan ook het conservatisme om bij die selecties vooral uit te kijken naar een zelfde ‘format’ dan de al aanwezige profielen. De dwingende maatregel wil dit patroon doorbreken zodat men bewust op zoek gaat naar ‘ander’ talent.
Daarnaast speelt ook het opvoedingspatroon waardoor vrouwen minder ‘lef’ hebben om een bestuursfunctie te ambiëren. Het zal dan ook belangrijk zijn om vrouwen aan te moedigen en te empoweren om zich kandidaat te stellen voor die functies. Wettelijk opgelegde quota zijn een snel en efficiënt middel, maar daarnaast moet er ook voldoende aandacht gaan naar ondersteunende maatregelen.
Bron: De verwijzingen naar cijfers en onderzoeken zijn gebaseerd op het verslag van de Belgische Senaat van 4/5/10 over ‘Het glazen plafond’ namens het adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen uit uitgebracht door de Bethune, Somers en Zrihen.